‘Biomimicry’ komt van het Oudgriekse ‘bios’ (leven/natuur) en ‘mimesis’ (imiteren) en betekent dus letterlijk ‘imiteren van de natuur’. De term ‘biomimetica’ is een synoniem van biomimicry. Het imiteren van de natuur of het leren ervan in ontwerpen van gebouwen is van alle tijden. Zo bestudeerde de architect Filippo Brunelleschi de sterkte van eierschalen en gebruikte de opgedane kennis om een dunne en lichte koepel voor de kathedraal in Florence (1436) te ontwerpen. Janine Benyus maakte het gedachtegoed groot en schreef diverse boeken over het onderwerp. Ze noemt negen principes.
De natuur:
- werkt op zonlicht;
- gebruikt alleen de energie die het nodig heeft;
- past vorm aan functie aan;
- recyclet alles;
- beloont samenwerking;
- zet in op diversiteit;
- vereis lokale expertise;
- beperkt excessen van binnenuit;
- en maakt gebruik van de kracht van begrenzing.
Als we onze industrie en onze bebouwde omgeving volgens deze principes zouden inrichten,
zouden we snel op een duurzame manier binnen de ecologische grenzen van de natuur leven.
Bronnen:
https://www.ft.com/content/e2041a1e-0d32-11e6-b41f-0beb7e589515