Het creëren van identiteit voor materiaal wordt door velen gezien als noodzaak voor een duurzaam gebruik van het materiaal. Een vastgelegde identiteit zorgt voor rechten, plichten en traceerbaarheid. Rau en Oberhuber noemen het in hun boek Material Matters een materialenpaspoort. Dit voorkomt dat materialen in de anonimiteit belanden, waardoor de grondstoffen verloren gaan. De Groene Zaak, een Nederlandse belangenvereniging voor duurzaamheid, pleitte omstreeks 2011 voor de invoering van het grondstoffenpaspoort, zodat consumenten de herkomst voor producten kunnen achterhalen.
Maayke-Aimée Damen schreef in 2012 haar scriptie over de benodigde inhoud en vorm van het grondstoffenpaspoort om te kunnen bijdragen aan de circulaire economie. Vijfentwintig specifieke punten worden genoemd die bekend moeten zijn over de grondstoffen. Zo wordt genoemd dat informatie over de beschikbaarheid en zeldzaamheid van het materiaal onderzocht moet worden. Ook moet onderzocht worden wat de omstandigheden zijn in de mijnen waar de grondstof uit de natuur onttrokken wordt. Voor een product moet de precieze samenstelling vastgelegd worden en ook wordt voorgesteld vast te leggen hoe het einde van de technische levensduur van de grondstof of het product er uit kan zien.
Discussies over het grondstoffenpaspoort zijn gaande. Er zijn reeds diverse toepassingen waarbij specifieke producten de materialen en herkomst vastleggen. Ook voor gebouwen gebeurt dit steeds vaker. Eén van de uitdagingen is hoe al de bestaande materie in kaart te brengen en identiteit te verschaffen.
Bronnen:
Damen, M.-A. (2012). A resource passport for a circular economy: An assessment of the possible content and format of a resources passport in order to successfully contribute to the achievement of the circular economy, University of Utrecht. Master Thesis.
https://www.vanmeijel.nl/nieuws/circulair-bouwen-digitalisering-grondstoffenpaspoort-met-roelofs