De Mayas hebben tussen 1000 voor Christus en 1500 na Christus vele grote steden gebouwd in Midden-Amerika, zoals Caracol (>100.000 inwoners). Steden die meer dan 1000 jaar hebben bestaan en die als inspiratiebron kunnen dienen voor onze moderne steden. Ze worden vaak ‘groene steden’ of ‘tuinsteden’ genoemd, vanwege de integratie van landbouw in de stedelijke context. Tegenwoordig spreken we vaak van ‘urban farming’ om aan te geven als in een stad voedsel wordt geproduceerd. Echter, het moderne stadsleven wordt vaak als tegengesteld aan het plattelandsleven gezien. De stad is wel afhankelijk van voedsel geproduceerd op het platteland, maar is zelf versteend en zeer dicht bevolkt met alle gevolgen van dien.
Een Maya stad had een lage bevolkingsdichtheid. Er was standaard een centrum waar de elite zich vestigde en ceremoniële activiteiten plaatsvonden. Daar omheen werden clusters van woningen gebouwd. De ruimte tussen de clusters werd gebruikt als landbouwgrond en het merendeel van de bevolking was betrokken bij voedselproductie. De diversiteit van dat wat verbouwd werd en complexiteit van irrigatie systemen was groot. Door deze organisatie van de stad en in combinatie met handel tussen de diverse steden werd een robuust systeem van voedselvoorziening gecreëerd.
Bronnen:
Stephan Barthel en Christian Isendahl (2012) Urban gardens, agriculture, and water management: Sources of resilience for long-term food security in cities.
Een beschaving dat al “circulair” was avant la lettre aangezien bij reguliere landbouw de grond al na 200 jaar volledig is uitgeput.
en met dank aan Benjamin Vis (University of Kent) en Dan Evans (Lancaster Environment Centre) dat ze dit onder de aandacht hebben gebracht van ontwerpers: http://www.dusttodustcompetition.org/